In de vroege ochtend van 21 februari 1907 vergaat de veerboot SS Berlin bij de pier van Hoek van Holland. Zo’n 130 mensen komen om in de golven. Het drama met de Berlin is de grootste Nederlandse scheepsramp in de twintigste eeuw in vredestijd. De ramp is de directe aanleiding voor de oprichting van het Oranje Kruis voor Eerste Hulp bij Ongelukken.

Foto: Wikipedia

SS Berlin (foto: P.F. van den Ende, Rotterdam op Wikipedia)

Als de Berlin op 20 februari de haven van Harwich verlaat staat er al een stevige noordwestenwind. In de nacht die volgt trekt de storm aan tot windkracht 11. Dat is voor de Floris en de Batavier III aanleiding om de haven van Hoek van Holland niet binnen te lopen.

Maar kapitein Precious van de Berlin heeft zich aan een dienstregeling te houden. De veerdienst moet aansluiten op het internationale spoornet. Hij vertrouwt op zijn ervaring en zijn ijzersterke schip. De bijna 100 meter lange veerboot van de Great Eastern Railway beschikt over twee stoomturbines en twee schroeven, wat op dat moment een fors vermogen is.

Stafkaart Hoek van Holland 1914

Stafkaart Hoek van Holland 1914

Waggelende eend
Maar na 05.00 uur gaat het mis bij het opdraaien van de smalle Nieuwe Waterweg. De noordwestenwind drukt de Berlin uit koers. Getuigen zien dat het schip reddeloos is overgeleverd “aan de willekeur der torenhoge golven”. Anderen vergelijken de Berlin met een waggelende eend.

Te laat krijgen de kapitein en de loods door hoe dicht de Berlin al bij de Noorderpier is. Ze proberen nog een stuurcorrectie. Maar het is te laat. De basaltblokken van de pier raken het stoomschip precies in het midden. De kapitein en de loods slaan overboord. Het schip is reddeloos verloren.

Reddingspoging mislukt
Kapitein Jansen brengt direct zijn reddingsboot President van Heel onder stoom. Na twintig minuten kan het schip uitvaren. Jansen moet vanwege de hoge golven op ruime afstand blijven. De bemanning van de President van Heel probeert om een lijn aan de Berlin vast te maken.

Als dat na vier keer lukt, slaat een hoge golf de reddingsboot van zijn anker. De reddingslijn breekt af en Jansen keert onverrichterzake terug naar de haven van Hoek van Holland. Een omstreden besluit omdat het schip een ‘kattenrug’ heeft, een teken dat het op het punt staat te breken, en er geen andere reddingsboten in de buurt zijn.

Schipbreuk
Precies als de President van Heel is weggevaren scheurt de Berlin in tweeën. Schipper Jansen zegt later tegen een journalist: “God, meneer, dat krankzinnige gegil dat gaat je door merg en been, en maakt je gek bij de gedachte dat je er toch maar machteloos tegenover staat.”

Reddingsschepen vinden na de breuk vrijwel alleen nog maar lijken in het water. De zee is te wild en het water te koud om daarin te overleven. Er wordt maar 1 persoon levend opgevist. Wel staan nog zo’n 15 mensen op het achterdek. Ze zwaaien voortdurend naar de reddingswerkers en schrijven op wrakhout waar ze zitten.

Ramptoerisme
De scheepsramp brengt een grote stroom ramptoeristen naar Hoek van Holland. Verslaggever Jean-Louis Pisuisse van het Algemeen Handelsblad is een van de eerste journalisten die naar de plek des onheils reist. Hij beschrijft hoe de trein vol zit met mensen die niet kunnen wachten om het wrak te zien: “Er is onder de passagiers een pretstemming, alsof ze naar de kermis op weg zijn. Je hoort ze in de volle bagagewagens stampen en zingen. Er wordt gepraat over het ongeluk: wat er al van bekend is, hoe het moet zijn gebeurd, hoeveel lijken er al zijn aangebracht…”

Na een treinreis van 3 uur komt Pisuisse aan in Hoek van Holland. Ook daar ziet hij weer ramptoeristen: “Nu en dan zag men op het strand een groepje mensen samenscholen om een donkere figuur die neergestrekt lag op het bleke zand. Dan holden de nieuwsgierigen bij tien- en twintigtallen daarheen, onbegrijpelijk belust op een luguber schouwspel: dan was er weer een lijk aangespoeld.”

Hoekenezen
De rest van de donderdag kunnen reddingswerkers weinig doen voor de mensen die nog aan boord zijn van de Berlin. Het weer is te slecht om dichtbij te komen. Ondertussen zetten de inwoners van Hoek van Holland zich in voor de slachtoffers. Ze leggen lichamen af en wassen ze, ze speuren het strand af op zoek naar lichamen en ze voorzien de reddingswerkers van koffie en cognac. Stoomtimmerfabriek Soeteman levert kisten voor de omgekomen slachtoffers.

Foto: Wikipedia

Prins Hendrik (foto: Bain Collection of the Library of Congress)

Prins Hendrik
De volgende ochtend krijgt Hoek van Holland hoog bezoek. Prins Hendrik, de echtgenoot van Koningin Wilhelmina, komt poolshoogte nemen. Hij bezoekt het mortuarium. Daarna spreekt hij de reddingswerkers toe vanaf het balkon van hotel Amerika.

Dan stapt de prins aan boord van het stoomloodsvaartuig De Hellevoetsluis. Dat betekent een opsteker voor de door en door verkleumde bemanning. Het weer klaart op en ze besluiten tot een nieuwe reddingspoging. Ze krijgen het voor elkaar om een lijn te spannen tussen de Berlin en de Pier. Tien mensen slagen erin om zo naar de pier te glijden.

De prins deelt aan boord dekens uit aan de sterk afgekoelde passagiers, leent zijn pelsjas uit aan een verkleumde dame en helpt bij het drinken van koffie met cognac. Tot grote verbazing van iedereen die het hoort. Het is in die tijd nog niet eerder gebeurd dat een Oranje zich laat zien op een rampplek.

Er zijn enkele vrouwen op het achtersteven van de Berlin blijven staan. Zij durven zich niet aan de lijn te laten zakken. Zij worden een dag later gered door Martijn Sperling en zijn neven met hun sleepboot Van der Tak uit Ouddorp. 72 uur na de ramp staan de laatste overlevenden aan wal.

Oranje kruis
De ramp heeft een diepe indruk gemaakt op Prins Hendrik. Hij heeft gezien dat de bemanning van de reddingsboten hebben gedaan wat ze konden. Maar hij heeft ook in de gaten dat er het nodige mis was in de aansturing. Hij dringt aan op een betere coördinatie bij rampen. Twee jaar later richt de prins de Nationale Bond voor Reddingwezen en Eerste Hulp bij Ongelukken op in Paleis Kneuterdijk in Den Haag.

Scheepswet
De ramp is ook aanleiding voor een schepenwet. Daarin staat dat alle scheepsongevallen door de overheid moesten worden onderzocht.

Herdenking
De ramp met het SS Berlin is in 2007 nog herdacht in Hoek van Holland.