Twee groepen staan tegenover elkaar in de wijk Oostgaarde in Capelle aan den IJssel. Aan de ene kant de mobiele eenheid met schild en wapenstok, later ook met getrokken pistool. Aan de andere kant jongeren met allerlei spullen die als wapen kunnen worden gebruikt: een stok, een soort speer en zelfs een schep. De spanning is niet te houden en het komt tot een gevecht. Een agent gaat onderuit en gebruikt zijn pistool. Wat gaat er mis in Capelle aan den IJssel begin januari 1984?

Repatriering Ambonnezen (Foto: Wikipedia)

Aankomst van Molukkers in Rotterdam in 1951 (foto: Spaarnestad op Wikipedia)

In de jaren na de Tweede Wereldoorlog dienden vele duizenden Molukkers in het Nederlandse leger in Nederlands Indië. Na de onafhankelijkheid van de Zuid-Molukken vallen Indonesische troepen de nieuwe hoofdstad Ambon binnen. Op dienstbevel worden vervolgens bijna 4.000 KNIL-militairen met hun familie naar Nederland gehaald. Het zijn voornamelijk Molukkers.

In 1958 arriveren de eerste Molukkers in Capelle aan den IJssel. Eerst worden ze geplaatst in een barakkenkamp, later komt er een speciale wijk, Oostgaarde.

Slechte woningen
“Er werd toen geëxperimenteerd met fabrieksmatige bouw”, legt toenmalig raadslid Gé Derksen uit. “Met stukken gevel die al klaar waren en heel simpel in elkaar gezet konden worden. En later bleek dat de kieren hier en daar opgevuld waren met oude kranten. Nee, het was een wijk waar nogal wat aan mankeerde.”

Daar komt bij dat veel Molukkers in de jaren voor 1984 niet of nauwelijks huur betaalden. “Er waren Molukkers die geen huur wílden betalen”, zegt buurtbewoner Eddy Patty. “Die hadden zoiets van ‘de Nederlandse overheid moet voor ons zorgen’.”

De Molukkers wijzen op hun verleden in het Nederland-Indische leger, dat hen bepaalde privileges geeft. Goedkoop of zelfs gratis huren is er een van. Bovendien zijn ze door de Nederlanders ‘hierheen gehaald’, zeggen de Molukkers.

“Maar het gaat niet om gratis wonen”, zegt Frieda Tomasoa van de Molukse wijkraad destijds voor de landelijke televisie. “Het gaat ook om wonen naar draagkracht.” Veel van de Molukkers hebben geen werk. In de beginjaren mocht dat ook niet, omdat alle partijen ervanuit gingen dat de Molukkers terug zouden gaan naar hun eigen land.

Boze woningcorporatie
Woningcorporatie SVW zit inmiddels met 1.100 huurders in de wijk Oostgaarde die geen of nauwelijks huur betalen. In 1984 is de achterstand opgelopen tot 600.000 gulden en elke maand neemt dat bedrag toe met fl. 60.000. Dat kan zo niet doorgaan.

“Het was een steeds terugkerend onderwerp op de vergaderingen van de woningstichting”, legt Derksen uit. “Maar er was ook angst om op te treden. Er zat een dikke kans in dat het uit de hand zou lopen als er werd ingegrepen.”

Bij de woningstichting komen bedreigingen binnen. Een geval van brandstichting mislukt, als een molotovcocktail bij de buren van een SVW-kantoor naar binnen vliegt. Gesprekken tussen de Molukse wijkraad en de corporatie leveren niets op.

Vlam in de pan
SVW besluit tot ontruiming over te gaan. Ondanks de slechte kwaliteit van de huizen wordt SVW door de rechter in het gelijk gesteld. De huurders moeten betalen. Het zet de verhoudingen in Oostgaarde nog iets verder op scherp.

Op 4 januari 1984 komt het tot een keiharde confrontatie. Molukse jongeren staan tegenover de politie. Er worden Molotovcocktails gegooid naar de agenten. “Een politiehond kreeg tijdens de gevechten een klap met een schep op zijn rug”, vertelt agent Ko Geense over die januaridag. “Die trok natuurlijk in paniek de begeleider ondersteboven. Die agent stond met getrokken pistool en daardoor ging het wapen af. Een Molukker, die achter de linies stond werd daarbij in zijn been geraakt.”

Foto: Archief NOS Journaal

Foto: Archief NOS Journaal

Aan beide kanten vallen gewonden. Een agent wordt bewusteloos geslagen en moet door zijn collega’s worden weggesleept. In totaal raken vijf agenten gewond. Zodra er wordt geschoten, grijpen mensen van de Molukse wijkraad in. Ze proberen de boel te sussen. Dat lukt uiteindelijk.

De politie slaagt erin om zes huizen te ontruimen. Vier van die huizen waren al verlaten door de bewoners.

Na de confrontatie
De rust is daarna nog niet helemaal teruggekeerd. Een kantoor van corporatie SVW en een politieauto worden beschoten. De politie begint hierop een zoektocht naar wapens in de wijk. Ook de Molukse wijkraad doet een smeekbede om alle wapens in te leveren.

Zijn de problemen met de huurachterstanden nu de wereld uit? Dat is onduidelijk. De bewoners hebben in de jaren na de gevechten in de Oostgaarde nog meerdere keren geprobeerd om de corporatie te dwingen om de kwaliteit van de huizen te verbeteren. Zelfs premier Lubbers wordt hoogstpersoonlijk gevraagd om te bemiddelen. Hij kondigt een onderzoek aan naar de problemen in Oostgaarde. In afwachting van de onderzoeksresultaten wordt er niemand meer uitgezet.

Het duurt tot en met 1993 voordat het conflict over de huurachterstanden is opgelost. Een deel van de woningen komt in beheer van de Molukse samenleving zelf. De wijkraad heeft daarna toegezegd dat alle huren op tijd worden betaald.