Op 23 januari 1963 komt er opeens brak water uit de kraan in Rotterdam. Rotterdammers schrikken zich rot als ze een slok nemen en ook de industrie in de Rijnmond is not amused. Drinkwaterbedrijf DWL moet op het matje komen in het Rotterdamse stadhuis. Uiteindelijk leidt de zogeheten ‘zoutinvasie’ tot een flinke verbetering van de Rotterdamse drinkwaterkwaliteit.

Het drinkwater in Rotterdam heeft in de jaren ‘50 en ‘60 geen beste naam. Het water komt uit de Maas en kan alleen met veel chloor drinkbaar worden gemaakt. Daardoor smaakt en ruikt het nogal chemisch. In heel Nederland is bekend dat je voor een goede kop koffie of thee beter niet naar Rotterdam kunt gaan. Maar eind januari 1963 is het water echt niet meer te drinken.

Zeewater
Het leidingwater in Rotterdam is op 22 januari 1963 plotseling hartstikke brak. Normaal zit er in de Nieuwe Maas 0,35 gram zout per liter water. Maar dan meet het drinkwaterbedrijf ineens 3,5 gram zout. Dat is ongeveer een tiende van het zoutgehalte van de Noordzee.

Foto: Archief NOS Journaal

IJs in de rivier in 1963 (foto: Archief NOS Journaal)

Het is in de maanden ervoor vrij droog geweest. De waterstand in de Maas is daardoor laag. Verder is het erg koud. Niet voor niets wordt er in januari 1963 een Elfstedentocht verreden. Het vriest zelfs zo hard dat rivieren grotendeels in ijs zijn veranderd. En als klap op de vuurpijl staat er op 22 januari een stevige westenwind. Die stuwt het zoute Noordzeewater tot aan Lekkerkerk de Nieuwe Maas op.

Dilemma
Waterbedrijf DWL aan de Honingerdijk is verrast door de grote hoeveelheid zout in het water. Eigenlijk is het water veel te brak voor consumptie. Maar als het bedrijf geen water zou innemen, dan zou de druk op de waterleidingen wegvallen en zou er grond- of rioolwater in kunnen doordringen. En dus pompt DWL het brakke water gewoon in de leidingen om ze onder druk te houden.

‘Helemaal niks’
Dat besluit heeft grote gevolgen. Niet alleen voor Rotterdam. Historicus Jan van den Noort: “Tot in Delft dronk men water uit Rotterdam. En tot daar aan toe had men te maken met datzelfde zoute water.”

“Het water was echt niet meer te drinken”, herinnert oud-medewerker van DWL Anton Havenaar zich. “Het was al vies, maar nu stonk het ook nog. DWL heeft er een heel slechte naam door gekregen. Mensen van buiten de stad die hier water dronken, zeiden: “Dat water, dat is helemaal niks joh.”

Joop Huisman

Joop Huisman

Joop Huisman van de GG&GD in Rotterdam beaamt dat: “Het was afschuwelijk water. En dat dreigde een probleem te worden. Wij werden opgebeld door allerlei huisartsen en specialisten die patiënten hadden die een zoutloos dieet moesten hebben. Dat was heel vervelend.”

Militaire hulp
Huisman: “Je kan wel zeggen ‘Ga maar mineraalwater kopen’, maar dat is eigenlijk geen goede oplossing.” Hij heeft een beter idee. Vóór zijn baan bij de GG&GD werkte Huisman in het leger. Hij boort zijn oude contacten aan en regelt bij Defensie waterwagens voor Rotterdam.

Het leger stuurt 40 vrachtauto’s. Die tanken water in een zoetwaterbron in Hoek van Holland.

Foto: Archief NOS Journaal

Leger schiet te hulp (foto: Archief NOS Journaal)

Vervolgens worden ze geparkeerd op verschillende punten in de stad om het water uit te delen. Het is vooral bedoeld voor mensen die zoutloos moeten eten. Zij krijgen 2 liter per dag op recept van hun huisarts.

Andere oplossingen
Rotterdammers verzinnen ook eigen oplossingen. Anton Havenaar: “Ik woonde op Lombardije en daar had een bedrijf een waterkraan aan de buitenkant van zijn muur zitten. Iedereen kon daar een flesje water vullen. Dat was Barendrechts water en daar mankeerde niks aan”. Al snel staan er hele rijen mensen.

 

Wateraanvoer van elders (foto: Archief NOS Journaal)

Wateraanvoer van elders (foto: Archief NOS Journaal)

Verder vragen Rotterdammers aan familie, vrienden en kennissen van buiten de stad om flessen water mee te nemen. Zo kunnen ze toch nog een lekker bakkie koffie of thee zetten. Een film gemaakt in opdracht van DWL suggereert dat de zoutinvasie voor sommigen ook een mooi excuus is om wat vaker een pilsje te pakken.

Industrie
Niet alleen gewone Rotterdammers hebben last van het zout. Ook de industrie zit met een probleem. Het Rotterdamse bedrijfsleven is een grootgebruiker van leidingwater. Van den Noort: “Hele raffinaderijen kwamen stil te liggen omdat er zout water werd aangevoerd”.

Debat
DWL heeft uiteindelijk vier dagen lang brak water doorgelaten. Maar de nasleep van de zoutinvasie zou veel langer duren. Nog diezelfde maand is er een debat in de Rotterdamse gemeenteraad. De partijen in de raad roepen niet alleen verantwoordelijk wethouder Jettinghoff op het matje, maar ook de top van DWL. De vergadering duurt tot in de kleine uurtjes, maar er rollen geen koppen. “Een echte rel is er niet geweest”, concludeert Willem van Schaick, oud-directeur economische zaken van de gemeente Rotterdam.

Anton Havenaar: “Om nou te zeggen dat er paniek was, nee. Iedereen ging wel tekeer, want kon dat nou niet een beetje anders in zo’n wereldstad? Er werden vragen gesteld, maar er was niemand die met zijn vuist op tafel sloeg en zei ‘en nu moeten we eens een keer goed water maken’.”

Beerenplaat
Dat laatste klopt niet helemaal. DWL bouwt al een tijdje aan een tweede zuiveringsbedrijf op de Beerenplaat bij Oud-Beijerland, naast het oude productiebedrijf aan de Honingerdijk in Rotterdam. Als de Beerenplaat op tijd klaar was geweest, had de zoutinvasie mogelijk nooit plaatsgevonden.

Maar DWL heeft ook met de Beerenplaat erbij te weinig mogelijkheden om bij lage waterstanden in de Maas voor voldoende drinkwater te zorgen. De Maas is een regenrivier. Als het lange tijd droog is geweest, zakt de waterstand. Bovendien groeit Rotterdam als kool.

Spaarbekkens in de Biesbosch

Spaarbekkens in de Biesbosch (foto: Archief NOS Journaal)

Andere waterbronnen
Directeur Bijker van DWL wil daarom voortaan niet meer alleen van de Maas afhankelijk zijn voor het drinkwater. Hij wil ook water aanvoeren vanuit andere plekken in de omgeving van Rotterdam. Er komt een commissie die plannen moet maken. En in 1965 ligt er een rapport op tafel.

De commissie Drinkwatervoorziening Rotterdam heeft onderzocht waar er spaarbekkens kunnen worden aangelegd. Er is gekeken naar de Alblasserwaard, de Hoeksche Waard en de Brabantse Biesbosch. Uiteindelijk krijgt de Biesbosch de voorkeur. Dit gebied krijgt niet alleen water uit de Maas, maar ook uit de Rijn. En dat maakt de watervoorziening een stuk zekerder.

Biesbosch
De aanleg gaat direct van start. De Brabantse Biesbosch krijgt drie spaarbekkens. Nadat in 1973 de eerste twee klaar zijn, komt er al Biesbosch-water uit de kraan in Rotterdam. In totaal kost het hele project bijna 500 miljoen gulden. Niet alleen Rotterdam profiteert van het water uit de Biesbosch. De spaarbekkens voorzien een groot deel van West- en Zuid-Nederland van water.