Kunst mag shockeren, kunst moet mensen aan het denken zetten… Tenminste, dat vinden de kunstenaars meestal zelf. Maar daar is niet altijd iedereen het mee eens. En dan is een rel al snel geboren. Een voorbeeld daarvan is de kunstrel in Gorinchem die in 1965 het landelijke nieuws haalt. Will Ferwerda is in 1965 een beginnend kunstschilder van 23 jaar. Hij maakt ‘naturalistisch werk’. In lekentaal: veel naakt. En ook al zijn de vrijgevochten jaren ’60 aan de gang, niet iedereen is daar evenveel van gediend. Het gaat mis als Ferwerda mag exposeren in een ruimte van de Nieuwe Doelen in Gorinchem. De bestuursvoorzitter van de stadsschouwburg is namelijk de burgemeester van de stad, Rolly van Rappard. Hij staat bekend als ultraconservatief en heeft het dan al voor meer dan 25 jaar voor het zeggen in Gorinchem. Ridder van Rappard (foto: Nationaal Archief) Ontuchtig Louis Rudolph Jules ridder van Rappard, zoon van beeldhouwster Irma von Maubeuge, vindt de kunstwerken van de jonge Ferwerda maar niks. Tegen het Vrije Volk omschrijft hij de kunst als het ‘meest afgrijselijke, ontuchtige, kreupele en onnodig stuitend.’ Het is niet de eerste keer dat Ferwerda zijn werk tentoonstelt in de stadsschouwburg. Van Rappard had de expositie destijds door laten gaan, “omdat zijn werk toen nog onherkenbaar en onschuldig was. Nu is het naturalistischer geworden.” Ook wethouder Cor de Ronde, eveneens bestuurslid van de schouwburg, keert zich tegen de tentoonstelling. Niet omdat hij iets tegen het werk van Ferwerda heeft, maar omdat je jonge bezoekers ‘die argeloos binnen komen, niet met dit werk mag confronteren.’ Verbod Dan wordt het 6 februari 1965, de dag van de opening van de expositie. Ferwerda heeft zijn kunstwerken al opgehangen. Ondertussen is in een ander deel van het gebouw het schouwburgbestuur in overleg. De leden besluiten unaniem dat er voor de kunstwerken van Ferwerda geen plaats is in hun gebouw. Ferwerda, die zelf niet bij de vergadering mocht zijn, krijgt te horen dat zijn kunstwerken onmiddellijk weggehaald moeten worden. In ieder geval voor kwart voor drie ’s middags, want dan is de opening. Hij weigert eerst, maar gaat overstag na wat aandringen van de politiechef. Ferwerda is bang dat anders zijn kunstwerken beschadigd worden. Lege muren Het is dan al middag en de opening nadert. Tijd om alle genodigden af te bellen is er dan niet meer. De mensen die komen krijgen iets aparts voorgeschoteld: de opening van een tentoonstelling met alleen maar lege muren. Er komen zo’n honderd mensen. De Rotterdamse schilder en kunstkenner Piet Begeer houdt het openingswoord. Kort daarna gaat de hele groep naar het huis van Ferwerda aan de Blauwe Torenstraat. In het onbewoonbaar verklaarde huis van de kunstenaar gaf Begeer een korte lezing over het werk van Ferwerda. Pers Het nieuws over de afgeblazen tentoonstelling in Het Vrije Volk wordt een dag later opgepikt door de andere kranten. De Telegraaf plaatst het groot op de voorpagina: ‘Gorkum verbood tentoonstelling’. Er is een foto te zien van Ferwerda die hoogstpersoonlijk kunstwerken uit de stadsschouwburg draagt. Ferwerda heeft tot dan toe nog niet gereageerd in de media. Dat verandert een paar dagen later. De kunstenaar wil zijn schilderijen ergens laten zien en heeft in de tussentijd niet stilgezeten. Hij zegt dat in Dordrecht, bij Pictura, en in Rotterdam wel plek is voor zijn werk. Ferwerda is boos, maar hij houdt zich in. Hij noemt de weigering van zijn werk ‘niet netjes’. “Het heeft ons nu geld gekost, voor uitnodigingen enzo”, zegt hij. Ook vindt hij dat van zijn werk geen enkele erotische prikkel uitgaat. “Ik toon de mens die uit zijn angst, uit de wereld wil losbreken. Ze hebben met mijn werk gedaan, wat dit werk juist zegt…”, zegt Ferwerda. Rechtszaak Daarmee is de rel nog niet afgelopen. Een paar dagen later komt Ferwerda weer in het nieuws, want hij slaat terug. Hij stapt naar de rechter. Niet vanwege het verbod op de tentoonstelling, maar vanwege smaad en belediging door burgemeester Van Rappard. Volgens de advocaat van Ferwerda heeft Van Rappard zijn cliënt ‘een charlatan in a-morele zin’ genoemd. Ook heeft Van Rappard bewerd in een kranteninterview dat Ferwerda ‘een profiteur is die in Rotterdam van de Academie is getrapt’. De officier van justitie in Dordrecht weigert om Van Rappard daarvoor te vervolgen. Will Ferwerda (fotografie: Matthijs Reppel, vormgeving: Katrien van der Eerden; Impuls Beeldmonografie 1960-2010-211 © WF Foundation) Gevolgen Ondertussen is Ferwerda in no time een bekende schilder geworden. Na zijn expositie in Dordrecht volgt al vrij snel het hoogst haalbare in Nederland: een expositie in Amsterdam. Nog geen maand later hangen zijn kunstwerken in Galerie Mokum. “Ferwerda heeft hiermee veel meer aandacht gekregen dan zijn expositie ooit had kunnen krijgen”, zegt een briefschrijver in het Vrije Volk, een week na het verbod op de expositie. Overigens staat Van Rappard niet alleen in zijn kritiek. Op een bijeenkomst met kunstenaars in Haarlem zegt de bekende schrijver Godfried Bomans juist achter het besluit van Van Rappard te staan. Het is een compliment voor de gemeente Gorinchem, dat ten minste niet klakkeloos alles exposeert dat haar wordt voorgeschoteld. Ook in Gorinchem is niet iedereen op de hand van de kunstenaar. Op een van de muren in het centrum van Gorinchem verschijnt de tekst ‘Ferwerda is gek’. Daarmee heeft Van Rappard in zijn stad tenminste één medestander, als we er tenminste vanuit mogen gaan dat de adellijke burgemeester de steunbetuiging niet zelf op de muren heeft gekalkt.