Sparta is in 1959 de eerste Rotterdamse landskampioen van het betaalde voetbal. Na de kampioenswedstrijd op 18 mei tegen DWS in het Olympisch Stadion barst het feest los voor de Sparta-aanhang. Als eerste Rotterdamse club draait Sparta jubilerend een volle Coolsingel op. Vanaf hier wordt er met paard en wagen gereden naar de Rivièrahal in Blijdorp. Trainer Denis Neville belandt daar in het feestgedruis nog bovenop een kameel. Foto: Sparta Archief Na 46 jaar wachten is Sparta eindelijk weer eens de beste van Nederland. Tijdens het seizoen 1958/’59 wordt geleidelijk duidelijk dat de kasteelheren het sterkste zijn. Niet alleen zijn ze op het eigen Kasteel onverslaanbaar, maar ook buitenshuis spelen ze sterk. Zo wordt Feyenoord met 0-3 in De Kuip verslagen en wordt Ajax uit op 1-1 gehouden. Sinds de invoering van het betaald voetbal in 1954 lukt het Sparta om als eerste Rotterdamse club kampioen te worden. Spartaans kwartiertje “Onze ploeg stond bekend om zijn kameraadschap. En we hadden een betere conditie dan de rest”, zegt oud-speler Freek van der Lee de kracht van de kampioensploeg. Volgens Van der Lee beslist Sparta vaak een wedstrijd in het laatste kwart wanneer de tegenstander al vermoeid is. De tegenstander beleeft dan een heus “Spartaans kwartiertje”. Die goede conditie is te danken aan de Engelse trainer Denis Neville die veel aandacht besteedt aan het fysieke. De Londense coach doet met de Sparta-spelers vooral veel gymnastiekoefeningen. Hij brengt hoofdzakelijk zijn ervaringen als Fulham-speler met deze oefeningen in praktijk, omdat hij vindt dat de Nederlandse spelers nogal stijfjes zijn. Hij wijt dat aan de gebrekkige gymnastieklessen op de scholen in ons land. Foto: Sparta Archief Enthousiaste fans Op Tweede Pinksterdag wordt in Amsterdam de titel in stijl binnen gesleept. De kasteelheren verslaan DWS met 0-4 en ruim 5000 meegereisde fans zien het gebeuren. Vlak na de vierde goal nemen de Spartasupporters al bezit van het veld. Scheidsrechter Janus Aalbrecht weet met enige moeite de Rotterdamse enthousiastelingen duidelijk te maken dat eerst de wedstrijd nog uitgespeeld moet worden. Met behulp van suppoosten en agenten gebeurt dit ook. De fans kunnen eindelijk na het laatste fluitsignaal het veld op. Zij nemen Ad Verhoeven, Tonny van Ede, Tinus Bosselaar en al hun andere helden op de schouders. “Er waren natuurlijk nog geen grachten rondom het veld. Maar wij gingen toch wel vrij gedisciplineerd het veld op”, vertelt supporter Jan van Gent die zelf ook op de grasmat te vinden was. Foto: Sparta Archief Coolsingel Hossend en feestend worden de festiviteiten ’s avonds in Rotterdam voortgezet. Feyenoord en de Coolsingel zijn tegenwoordig onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar het is Sparta dat met het ritueel is begonnen. “Ja, wij waren inderdaad de eersten die werden toegejuicht op de Coolsingel”, blikt Van der Lee terug. Ongeveer 15.000 Rotterdammers staan op hen te wachten in het centrum van de stad. Wanneer de ploeg uit Spangen op paard en wagen arriveert, worden ze hartstochtelijk toegezongen door de menigte en wordt er uitbundig voor de spelers geapplaudisseerd. Toch zijn niet alle spelers van Sparta in een feeststemming. Verdediger Cor Hendriks wil bewust die dag niets met Sparta te maken hebben. Als zelf opgeleide Spartaan zit hij heel het seizoen vaak bij de selectie. Maar voor de kampioenswedstrijd wordt hij als speler niet uitgenodigd. Zelfs niet als reserve. “Het was gewoon een onvoorstelbare domper”, omschrijft Hendriks zijn donkere gevoelens van toen. Hij gaat die dag samen met zijn vrouw een hapje eten in de stad en luistert niet naar het radioverslag. De teleurgestelde speler mag van de club wel komen op het feest, maar daar geeft hij geen gehoor aan. Glasgow Rangers Sparta beleeft eind jaren vijftig en begin jaren zestig een glorieperiode. Voordat de Kasteelheren in 1959 kampioen worden, hebben ze het jaar daarvoor al de KNVB-beker gewonnen. Dit kunstje herhalen ze in 1962. Dat is tevens de laatste keer dat Sparta de beker won. Maar wellicht de mooiste wedstrijden uit haar bestaan speelt de club in maart 1960 tegen het hoog aangeslagen Glasgow Rangers uit Schotland. De Schotse kampioen rolt uit de koker als tegenstander in de halve finale van de Europacup I. Britse kranten verwachten een complete walk-over voor de fullprofs uit Glasgow. De eerste wedstrijd wordt gespeeld in De Kuip omdat dit stadion meer capaciteit heeft dan Het Kasteel. Ruim 55.000 toeschouwers zien de Nederlandse kampioen zich dapper verweren. Het wordt slechts 2-3 voor de Schotten. Dit biedt een klein beetje perspectief voor de Nederlanders. Al schrijft de vaderlandse pers dat het ontzettend lastig wordt dat Sparta de volgende ronde haalt. Sparta moet de terugwedstrijd in het Ibrox Stadium spelen en daar zullen ruim 80.000 fans zitten. Buitenspeler Tonny van Ede zorgt voor het Wonder van Glasgow door in het hol van de leeuw 0-1 score op het bord te zetten die niet meer verdwijnt. Uitdoelpunten tellen dan nog niet dubbel, dus een beslissingswedstrijd is dan nodig. Deze match wordt gespeeld op Highbury, het machtige stadion van de Londense club Arsenal. Sparta wordt in Londen gesteund door ruim duizend meegereisde fans. Het mag niet baten, want de Schotten winnen verdiend met 3-1. Maar het Europese avontuur was voor de Spartafans een mooie kers op de taart na het kampioenschap van 1959.